FLUISTERWOUD - Langs Galg En Rad
Een Sinister Schouwspel
De rust is wedergekeerd
't Slagveld scharlaken rood
En bezaaid met lijken
De vrouwen wenen
Ze zoeken hun mannen
Maar door onze zwaarden
Zijn zij nu kraaienvoer
Een paar dagen later
Een vlakte van gras en been
De Kraaien zijn vertrokken
Maar waar zijn zij heen
__________
Tergernis
Vrede valt diep in 't graf
Tezamen met engelenras
Door ons geworpen in 't Rijk der Vergetelheid
Om te roesten naast de doden
Ons zwaard vraagt om leed en strijd
Vuur en krijgskreten heilen
'n Heiligdom verloren...
En moedertjelief huilt haar ogen uit haar hoofd
Ze wacht op de verlossing die God haar had beloofd
Laat haar zien dat de horizon brandt
Laat haar horen hoe de gevallenen vloeken
Laat haar weten dat in dit land
De dieren zich gulzig met Chistenbloed voeden
En wij varen wel
In 't tergend zwart
Voor Kommer en Kwel
Met een Kwaad Hart
Doen 't tij keren
__________
Den Duustere Wouden
De roep der uil
galmt door het woud
Beken ravenzwart
en bomen torenhoog
Druppels op het mos
afgebroken takken
Dekens van klimop
eeuwenoude eiken
't Donkere kleed
der rottende bladeren
't Geschal der kraaien
in de huilende wind
Ik voel mij thuis
in 't woud waar ik woon
Ik voel mij thuis
in 't woud waar ik woon
__________
Plaegdraegher
Mantel vol gaten, donker en grauw
Een loense grijns als van de volmaakte rabauw
Hij strompelt vooruit en steunt op zijn stok
Tegen de mensheid koesterend een vreselijk wrok
De wormen sluimeren waar hij is geweest
De lijken smaken hen nog wel het meest
Levensgeesten zijn als de dood voor hem
Verzwinden bij het gekraak van zijn fluisterende stem
De plaeghdraegher verkneukelt zich, dit was zijn laatste wens
Alweer een gehucht gezuiverd, van die walgelijke mens
Plaeghdraegher was hier en heeft hen aanschouwd
Stinkende etter rond kadavers ijskoud
De ratten zijn vertrokken, ze volgen hun heer
In het volgende dorp halen ze meer
__________
Hoer Van De Zeven Hemelen
De as van de Grote Beer maalt zich
Aan de staart hangend lokt zich de roep
Sirius straalt in drievoud temidden
En hellehonden dalen neer bij het bloed
In de cirkel kan maanlicht de zegel vinden
Met het kind dat stierf in mijn handen
Sterren zo donker, grond kil en koud
Mijn ziel zal tot in de eeuwigheid branden
Haakt ge uw kroon af
Hoer van de zeven hemelen
U treft geen bescherming meer
In Erkalla zal dood doen wemelen
Uit de diepte van de kosmos komt macht
Een tweetal van hoeken vol vergeten kracht
Een wijsheid door mensen verbolgen
Dat aards geweld hun draagt naar het graf
__________
Woudangst
Woudangst
Moordlust
Sluimerend schepsel
Zoekend
Geen dwaas
Durft
Hier te komen
Het Leven is
Zo genomen
Woudangst
Moordlust
Sluimerend schepsel
Zoekend
De keel gesneden
Het leven geroofd
Hij die hem tartte
Die niet in hem gelooft
Dood
__________
Knovelaer
Hoorns galmen door nachtelijk donker
Vrede met 'n hamer in haar slaap gestoord
Fakkels voeren krijgsgewoel tot verre
Door gans 't rauwe Neerlands oord
Klingen klinken machtig
Over 't veld en veen
Totdat de kerk vergaan is
En God huilt vroom alleen
't Lemmet al glinsterend in de boze hand
Laarzen drukken beenderen ver in het zand
Gloed schittert vonken van vlammende krijg
't Zwaard zorgt ervoor dat de vijand immer zwijgt
Klingen klinken prachtig
Door het merg en been
Tot Gods volk vergaan is
Nacht valt over hen heen
Al dat gilt uit kelen zo angstig
Huivert huilend met 'n gelaat doodsbleek
Kruist mijn lach, mijn slag, mijn schicht
Waar ik de vlam zet in 't onschuldig wicht
Klingen klinken machtig
Over 't veld en veen
Totdat de kerk vergaan is
En God huilt vroom alleen
__________
Aardmannen (Lugubrum Cover)
Zonlicht maakt steen
Baarden in de nacht
Bergen openen
Vuur vervormt
Wat hamers scheppen
Tijdloze pracht
Duizend aambeelden
Klinken door donkere gangen
Kleine ogen
Vervormde voeten
Vergeten ambacht
Wapens voor de onsterfelijken
__________
Langs Galg En Rad
Zwart oogt 't land op de vlakten rond Herzogenrath
Waar ruiters door de nevel snelden
Naar de weelde van Roof
Door de gure kilte waar 't mes van stilte snijd
En God ziet zelden
Onze zielen schrijden
Langs Galg en Rad
Als we de roedel leiden
Over Satan's weide naar menig schat
Hothematot ovve alle Heggen en Zong
Gij knovelaer, snoodaerd en rabauw
Beneveld en dronken sinds de ochtenddauw
Ere rampokken met knoesten en knokkels
Waar Gods vrede sterft
Klinkt gelach met donder al schokkend
Daar tekenen zich de horens
En hoeven trappen genade diep in de grond